De Aanslag op Franz Ferdinand
Uit: Drie Oorlogen van Maarten van Rossem
Op 28 juni 1914 schoot de twintigjarige Bosnisch-Servische terrorist Gavrilo Princip op een straathoek in Sarajevo de Oostenrijks-Hongaarse troonopvolger Franz Ferdinand en diens echtgenote dood. Deze moord leidde enkele weken later tot het begin van de Eerste Wereldoorlog: het fatale openingsdrama van de twintigste eeuw.
Zodra in maart 1914 bekend werd dat Franz Ferdinand eind juni een bezoek aan Bosnië zou brengen, begonnen Princip en enkele kornuiten aan de voorbereiding van de aanslag. De aanleiding voor Franz Ferdinands bezoek aan Bosnië en de dag waarop hij in Sarajevo zou zijn, hadden een aanzienlijk symbolisch gewicht. Franz Ferdinand kwam ter inspectie van legeroefeningen, waarin de Oostenrijkse militairen zich zo realistisch mogelijk voorbereidden op een inval in Servië. De dag van het bezoek aan Sarajevo, zondag 28 juni, was de nationale feestdag van de Serviërs, waarop de ooit zo jammerlijk verloren Slag op het Merelveld werd herdacht.
Omdat het hun ontbrak aan geld en wapens, stelden de samenzweerders zich in verbinding met een illegale Servische organisatie, die in direct contact stond met het al even geheime ultranationalistische gezelschap Eenheid of Dood, ook wel bekend als de Zwarte Hand. De jeugdige terroristen kregen zes bommen, vier revolvers en cyanidecapsules om zelfmoord te plegen als ze in handen van de politie dreigden te vallen. In Belgrado kregen ze schietles en werd hun geleerd hoe de bommen te activeren. Het is van belang te constateren dat de aanslag niet het werk van de Servische regering was. Ook de Zwarte Hand gaf alleen technische ondersteuning. Princip en de zijnen hadden het plan zelf bedacht, en toen op het allerlaatste moment vanuit Servië werd geprobeerd de aanslag af te blazen, besloten zij zich daar niets van aan te trekken. De samenzweerders waren geen aanhangers van de Groot-Servische gedachte, maar wensten autonomie voor Bosnië.
Op de bewuste zondagochtend stelden de terroristen zich op langs de van tevoren bekendgemaakte route door de stad die Franz Ferdinand en zijn gevolg zouden volgen. De veiligheid van het hoge gezelschap was volstrekt onvoldoende geregeld. Er waren veel te weinig militairen opgetrommeld om de route ook maar enigszins te kunnen controleren. Zo slaagde een van de terroristen erin een bom naar de auto van Franz Ferdinand te gooien, nadat hij eerst aan een politieagent had gevraagd in welke auto de troonopvolger eigenlijk zat. De bom kwam terecht op de dichtgevouwen linnen kap achter aan de auto, viel op straat en ontplofte vervolgens onder de volgende auto. Daarbij vielen tal van gewonden. De bomgooier werd door de politie ingerekend omdat de cyanidecapsule niet werkte.
Na een kort oponthoud begaf de stoet zich, nu in wat hoger tempo, naar het stadhuis van Sarajevo. Daar werd overlegd of het programma afgebroken moest worden of in aangepaste vorm voortgezet. Franz Ferdinand besloot tot het laatste en wilde bovendien een bezoek brengen aan het ziekenhuis, waar degenen waren opgenomen die bij de bomontploffing gewond waren geraakt. Dat betekende dat men in dezelfde open auto’s, gedeeltelijk langs dezelfde route weer terug zou rijden. Gezien de hele situatie van die ochtend was dit een besluit van verbazingwekkende lichtzinnigheid.
In de verwarring vergat men de chauffeur van de eerste auto van de stoet op de hoogte te brengen van de routewijziging. Die volgde dus na het vertrek van het stadhuis de oude route en draaide de Franz Jozefstrasse in. De tweede en derde auto volgden gedwee. Pas op dat moment riep de chef van de veiligheidsdienst dat ze verkeerd reden. Het gevolg was dat de auto met Franz Ferdinand en zijn echtgenote voor enkele seconden tot stilstand kwam op de hoek van de Franz Jozefstrasse, voor de delicatessenzaak van Moritz Schiller. Daar stond Princip te wachten, die er natuurlijk van uitging dat de oude route zou worden gereden. Tot zijn stomme verwondering kreeg hij nu Franz Ferdinand als op een presenteerblaadje aangeboden. Hij aarzelde niet, sprong op de treeplank van de auto en schoot tweemaal. De echtgenote van Franz Ferdinand was direct dood, de troonopvolger leefde nog een half uur. De jeugdige moordenaar werd direct overmeesterd en in oktober 1914 veroordeeld tot twintig jaar dwangarbeid, een verrassend lichte straf. Toch zou Princip, als zovele leeftijdgenoten, de Eerste Wereldoorlog niet overleven. Hij stierf op 28 april 1918 aan tuberculose in een gevangenis in de buurt van Theresienstadt.
Princip vermoordde niet alleen Franz Ferdinand en diens vrouw, hij loste ook, zij het veertien jaar te laat, het startschot voor de twintigste eeuw. Hoe de twintigste eeuw zou zijn verlopen als men ten stadhuize van Sarajevo het toch vrij voor de hand liggende besluit had genomen het bezoek af te breken, of als men de chauffeur van de eerste auto zou hebben ingelicht over de routewijziging, of als Princip, die de moed eigenlijk al had opgegeven, wat eerder naar huis zou zijn gegaan, zullen we nooit weten. De meeste historici zien in Princips aanslag niet meer dan een aanleiding en zijn van mening dat een groot Europees conflict vroeg of laat toch wel zou zijn uitgebroken. Het is een voor de hand liggende redenering, die het gevolg is van het algemeen aanvaarde, maar daarom nog niet noodzakelijkerwijze juiste idee dat grote gevolgen ook grote oorzaken moeten hebben.